Debat Black Diamond

26 maart 2011

Zaterdag 26 maart vond een debat plaats naar aanleiding van de documentaire Black DiamondWaarom screent een grote voetbalscout 500.000 Afrikaanse jongens op hun voetbaltalent als er maar tientallen doorgaan tot de eindselectie? Regisseur Pascale Lamche ging op onderzoek uit in onder andere Ghana en Ivoorkust en toont hoe mensenhandelaren, beschermd door de internationale voetbalcultus, zich voordoen als voetbalagenten.

Welke jongen droomt er nou niet van? Je geld verdienen met voetbal. Vooral onder arme families in West-Afrika hopen veel ouders dat hun zoon het later gaat maken in een van de Europese topclubs zoals Kolo Touré en Dominic Adiyiah. Obscure bemiddelaars maken van deze droom maar al te graag gebruik. Ze houden jongens de droom voor van een glansrijke voetbalcarrière in het buitenland en laten de families gigantische bedragen betalen voor training, vliegtickets en visa.

 

Tijdens het debat met de regisseur Pascale Lamche, Tweede Kamerlid Bart de Liefde, oud-voetballer Abdulai Alhassan en directeur van Pro Agent, Roberto Branco Martins wordt er ingegaan op deze moderne slavernij in de voetbalwereld. Abdulai, afkomstig uit Ghana, vind de film herkenbaar: ‘Al die jongens geloven dat zij het gaan maken in Europa. Als je ze vertelt hoe moeilijk dat was, dan gaat dat het ene oor in en het andere weer uit. Als ik daar nu nog zou zijn, dan zou ik dat verhaal ook niet geloven.'

 

Roberto Branco Martins meent dat een betere regulatie nodig is om dit soort wanpraktijken in te perken. Roberto: ‘Het is maar goed dat we niet door de WK-selectie zijn gekomen, want nu hoeven we niet  bij de FIFA te slijmen, maar kunnen we kritisch zijn ten opzichte van de FIFA.' Hij vertelt dat de Europese commissie de FIFA, de bonden en de agenten heeft uitgenodigd om te praten over de gevolgen van het mogelijke intrekken van licensies voor agenten. Maar ook om te praten over de alternatieven om de spelersmarkt te reguleren. ‘De Nederlandse politiek kan zeker meer doen aan regulatie, maar dat is alleen mogelijk als de clubs en de bonden daar ook achter staan.'

 

Abdulai voegt hier aan toe dat er de Afrikaanse landen ook moeten controleren, deze landen staan nu volledig achter de FIFA en hebben niet de positie om zich kritisch uit te laten tegenover de FIFA. Pascale Lamche is niet optimistisch hierover: ‘Als ik God zou zijn dan zou ik willen dat een grote hap van het geld dat verdiend wordt aan voetbal naar Afrikaanse voetbal gaat, zodat ze in staat zijn om zo voetballers in Ghana en de Ivoorkust te houden.' Maar dat is haar "fantasieoplossing", zegt de regisseur: ‘Autoriteiten in dit soort landen zijn geneigd om geld in hun eigen zak te steken.'

 

Toch is er ook nog een sprankeltje hoop in het debat. Abdulai Alhassan vertelt over TUFA, de Tamale Utrecht Football Academy, die hij samen met Frans van Seumeren (eigenaar van FC Utrecht) is opgestart. Jonge voetballers uit Noord-Ghana krijgen training en onderwijs en geven voorlichting over mensenhandel in het voetbalcircuit. Zo kan het Ghanese voetbal in eigen land ontwikkelen.

 

‘Europa is geen paradijs', zegt Abdulai. Bij FC Utrecht kon hij niet blijven omdat Nederlandse clubs hogere bedragen moeten betalen om buitenlandse voetballers aan te houden. Hij ging naar België, waar hij veel goede voetballers tegen kwam. ‘Ik heb een vriend die 13 jaar in België zat, zonder papieren, hij hoopte steeds op een professionele voetbalcarrière zodra hij een verblijfsvergunning kon krijgen.' Inmiddels heeft hij zijn papieren, maar hij overweegt op advies van Abdulai om terug te gaan. Een andere vriend van Abdulai is teruggegaan naar Ghana, om te vertellen over de moeilijkheden en om het Ghanese voetbal in eigen land te versterken. Deze vriend speelt nu voor Hearts of Oak.